88
post-template-default,single,single-post,postid-88,single-format-standard,stockholm-core-2.3.3,select-theme-ver-9.4,ajax_fade,page_not_loaded,,qode_menu_,wpb-js-composer js-comp-ver-6.9.0,vc_responsive
Title Image

Koningskaars (Verbascum thapsus)

Koningskaars (Verbascum thapsus)

Als je begint te lezen en informatie op te zoeken dan blijkt er toch wel heel wat verwarring te bestaan in verband met de juiste naam bij de juiste plant.

Tot het geslacht van de Toorts behoren verschillende soorten waarvan de Koningskaars (Verbascum thapsus), de Stalkaars (Verbascum densiflorum Bertol. of Verbascum thapsiforme Schrad.), de Zwarte toorts (Verbascum nigrum L.) de meest bekende zijn.

Vaak worden de namen ook door elkaar gebruikt. Readers Digest meldt dat dit niet erg is omdat ze medicinaal allemaal dezelfde werking hebben.

Het onderscheid tussen Koningskaars en Stalkaars is o.a. te zien aan de bloemen. De Stalkaars heeft grote bloemen, 3 tot 5 cm breed en een vlak uitgespreide bloemkroon. De Koningskaars heeft kleine bloemen, 1,5 tot 3 cm en ze zijn trechtervormig.

Plantbeschrijving

Koningskaars is een tweejarige plant. Het eerste jaar verschijnt ze als een rozet met wollige bladeren die heel aangenaam aanvoelen. In het tweede jaar komt er uit het midden een bloemstengel die steeds langer wordt met steeds meer bloemen in knop. Het is een lange aar waarbij de bloemetjes heel dicht op elkaar zitten. Elke bloem bloeit slechts 1 dag maar er zijn heel veel bloemetjes op één stengel en ze bloeien heel verspreid. De bloei gaat van juni tot september. De Koningskaars wordt tot 2 m hoog en is dicht viltig behaard. Ze heeft grote, langwerpige bladeren die met hun voet langs de stengel lopen tot een vorig blad.

Het is een opvallende plant in het landschap en in de tuin door haar grote hoogte. Ik herinner me, toen ik nog niet veel afwist van planten, dat ik de Koningskaars al vaak had gezien onderweg met de trein. Ze komt namelijk vaak voor langs spoorwegen. De meeste soorten groeien in het oostelijk Middellandse Zeegebied op droge, zonnige plaatsen. Verder groeit ze ook op droge, onbebouwde zandgrond, in grazige, kalkrijke duinen, in riviergebieden. In België komt ze algemeen voor. Ze wordt ook veel in tuinen gekweekt waar ze zich op rijke grond meer vertakt.

Thee, tabak en andere gebruiken

Vroeger werd Koningskaars gebruikt als hoestdempend en verzachtend middel en gebruikt in kruidentabak. Reeds bij de Romeinen werd Koningskaars gebruikt bij klachten van de ademhalingswegen. Volgens de sommigen zijn blad en bloem best geschikt, Dioscorides meende dat de wortel het beste was. Altijd moet de thee goed gezeefd worden om irritatie door de haartjes te vermijden.

De bloemen hebben een zachtzoete smaak en kan je aan theemengsels toevoegen. Alleen de gele kroonblaadjes worden geplukt. Ze komen gemakkelijk los uit de groene kelk.

Van de gedroogde bladeren maakte men ‘tondel’ voor de tondeldoos, om vuur aan te steken. De bladeren werden vroeger ook gebruikt voor het maken van lampenpitten en voor het stoken van bakovens.

De ‘kaarsen’ werden met pek, talg, vet of hars ingesmeerd en als toorts gebruikt.

De bloeiwijze van alle soorten, behalve van de Koningskaars, bevatten een gifstof die insecten doodt. Bij mensen is dit niet waargenomen. *

De saponine in Koningskaars zou bepaalde vissoorten zoals zalm verdoven.

Belangrijk in de tuin!

Alle soorten van het geslacht Toorts bevatten geen of zeer weinig honing in de bloemen. Ze worden bezocht door insecten die stuif-meel inzamelen of eten. Daarnaast zijn ze heel interessant als overwinteringsplaats voor Lieve-heersbeestjes. En dat is misschien wel al één van de belangrijkste redenen om deze plant in je tuin te hebben.

Bovendien bevatten de bladeren saponinen die de bodem vruchtbaar maken.

Omdat ze zich gedurende de winter uitzaait, heb je het volgende jaar heel veel rozetten van koningskaarsen. Je kan die bladeren heel goed gebruiken als mulch. Op die manier geef je aan de bodem ook terug wat er uit gehaald is en verrijk je de teeltlaag.