154
post-template-default,single,single-post,postid-154,single-format-standard,stockholm-core-2.3.3,select-theme-ver-9.4,ajax_fade,page_not_loaded,,qode_menu_,wpb-js-composer js-comp-ver-6.9.0,vc_responsive
Title Image

Daslook – Allium ursinum L.

Daslook – Allium ursinum L.

Een oude volkswijsheid zegt: “Eet prei in maart en daslook in mei, dan is men het hele jaar doktervrij”. De meeste allium soorten bevatten zwavel en die stof is erg belangrijk voor onze stofwisseling. Zeker voor de actieve 50-plussers is de behoefte aan zwavelhoudende eiwitten groot. Die hebben we namelijk nodig voor de afvoer van de zogenaamde vrije radicalen. Slechte afvoer van vrije radicalen en slechte cholesterol kunnen leiden tot typische ouderdomskwalen als arteriosclerose (slagaderverkalking). Als je dan weet dat daslook zeker 4 keer meer zwavel bevat dan knoflook dan is een voorjaarskuur zeker aan te bevelen. Daslook is ook prima om je darmflora in evenwicht te houden en er zitten verbindingen in die je bloeddruk helpen verlagen. Kortom een superplant uit de lookfamilie (Alliaceae).

Wildt loock

Rembert Dodoens had het over ‘Wildt loock’ en noemde het ondermeer een vijand van besmettelijke ziekten. Hiëronymus Bock trok eerder al de conclusie dat daslook door zijn ‘stank’ beter in staat was giffen uit het lichaam te verdrijven dan de ‘tamme’ knoflook. Algemeen kan je stellen dat in de Oudheid en de Middeleeuwen knoflook en daslook als geneeskrachtige planten in hoog aanzien stonden. In de Moderne Tijd raakten ze in de vergetelheid. Het zou tot de eerste helft van de 20ste eeuw duren voordat de leer van geneeskrachtige planten en dus ook de lookgewassen herontdekt werden. In Duitsland en Oostenrijk geniet daslook al vele decennia een grote culinaire populariteit.

Daslook is een winterhard knolgewas. Qua ‘architectuur’ lijkt hij op het Lelietje-van dalen of Meiklokje. Opgelet dus want deze laatste is giftig! Heeft hij het eenmaal ergens naar zijn zin dan groeit hij vaak in grote groepen als bodembedekker en trekt hij door zijn sterke uienlucht snel de aandacht. Wie recent bijvoorbeeld nog het Hallerbos bezocht kan dit zeker beamen. Hij groeit bij voorkeur in schaduwrijke loofbossen, landgoedbossen, parken met een humusrijke, vochtige, kalkhoudende en voedselrijke grond (zand, leem, zavel, mergel). Tegen de zomer, na de bloei en de zaadvorming sterft hij bovengronds af.

Hoofdbestanddelen

De hoofdbestanddelen zijn zwavelhoudende etherische olie, flavonoïde verbindingen, saponinen, veel vitamine C, ijzer, zwavel, mangaan en magnesium. Het heeft dus een positieve invloed op onze luchtwegen, de bloedsomloop en onze organen. Het kruid is bij voorkeur vers te gebruiken maar andere toepassingsvormen zijn moedertinctuur en infuus. Verder bestaat er daslookwijn, -sap, -melk, -siroop en -olie. De plant is volkomen veilig bij ‘normaal’ gebruik. Langdurige, al te grote doses zouden het maagslijmvlies kunnen irriteren en de darmflora aantasten, maar gezien de plant maar een goeie twee maanden te oogsten valt is de kans hiertoe heel erg klein.

Er valt nog veel meer te vertellen over dit geweldige kruid. In Duitsland wordt het al jarenlang commercieel geteeld, gelukkig nog wel seizoensgebonden. Sinds enkele jaren wordt de jonge plant bij ons ook aangeboden in tuincentra. In de keuken: wat denk je van daslookboter, -brood, -soep, -kaas, een lekkere daslookpesto en uiteraard gewoon vers in de sla. Heerlijk!

Waar wacht je op om deze plant in je tuin te zetten? Een beschut plaatsje, bij voorkeur onder bladverliezende struiken. Goed wat compost, enkele jaartjes geduld en je kan oogsten.

In het vroege voorjaar kan je via de Dodoenstuin Schilde (velt afdeling dodoens schijnvallei) en deVelt afdeling Brasschaat altijd jonge plantjes krijgen.

Paul Eelen