19153
page-template,page-template-full_width,page-template-full_width-php,page,page-id-19153,stockholm-core-2.3.3,select-theme-ver-9.4,ajax_fade,page_not_loaded,,qode_menu_,wpb-js-composer js-comp-ver-6.9.0,vc_responsive
Title Image

Wie is Dodoens?

Rembertus Dodonaeus
REMBERT DODOENS (1517-1585)

Geboren te Mechelen ( begin van de renaissance) op 29 juni1517. Stamt uit een voornaam Fries geslacht van senatoren en burgemeesters. Vader, van Friese afkomst, was stadsgeneesheer van Mechelen. Zijn moeder, Urssula Roelands, was een Mechelse. Hij latiniseerde later zijn naam tot Rembertus Dodonaeus  wat in die tijd gebruikelijk was en omdat hij naderhand veel in het Latijn publiceerde.

 

Als hij 13 jaar is, trekt Dodoens naar Leuven om medicijnen te studeren. Hij studeerde af als hij 18 jaar is (Licenciaat in de  medicijnen) en  behaalde op 21 jaar zijn doctorstitel (in die tijd nog exclusief voorbehouden aan professoren).

 

Verder bekwaamde hij zich in de kruidkunde, sterrenkunde, taalkunde, wiskunde, aardrijkskunde,…

Hij werd in navolging van zijn vader stadsgeneesheer te Mechelen(1541). Hij bekleedde dit ambt van beëdigd stadsmedicus gedurende ruim dertig jaar, tot midden 1574. Stadsgeneesheer was een voornaam ambt, zij moesten geneeskundige zorg verlenen aan de burgers. Ze mochten geen honorarium vragen, maar moesten zich tevreden stellen met wat hun patiënten hen wilden geven. Voor andere opdrachten o.a. hospitalen bezoeken, geneeskundige zorg bij besmettelijke ziekten, zoals melaatsheid en pest e.a. werden ze wel bezoldigd. Van 1558 tot 1573 bekleedde Dodoens ook nog het ambt van kerkmeester van de oude Sint-Pieterskerk. In 1572 (rampjaar voor Dodoens) stierf zijn vrouw op 55 jarige leeftijd en werd zijn huis leeggeplunderd door Spaanse soldaten van de hertog Alva. Dodoens raakte zijn gehele fortuin en al zijn bezittingen kwijt. Zijn boeken werden verbrand, maar gelukkig kon hij zich met zijn familie in veiligheid stellen.

 

Van 1574 tot 1578 aanvaardde Dodoens het ambt van Keizerlijk Medicijn aan het hof te Wenen.

Het Weense hof beschouwde Dodoens als de bekwaamste en geleerdste dokter (“medicus celeber“) van zijn tijd. Begin maart 1578 vertrok hij uit Wenen.

 

Na een kort verblijf in Mechelen (1581) vestigde Dodoens zich vervolgens in het veilige Antwerpen, waar Willem van Oranje en Marnix van Sint-Aldegonde de scepter zwaaiden.

 

Als 65 jarige vertrok hij naar Leiden, waar hij pathologie en interne geneeskunde ging doceren, naast zijn omvangrijke wetenschappelijk werk dat hij onverdroten voortzette. Hij stierf te Leiden op 10 maart 1585, 68 jaar oud. Hij werd begraven in de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Leiden.

Naast een aantal vertalingen van wetenschappelijke werken, maakte hij ook twee eigen medische werken. Hij was al een hele tijd intensief bezig geweest met de voorbereidingen voor een eigen kruidboek. Eerst kwamen er een aantal ‘plantenatlassen’ van de pers.

 

Maar zijn meesterwerk was wel het Cruydeboeck (1554). Het was na de bijbel in die tijd het meest vertaalde boek. Meer dan twee eeuwen was dit het meest gebruikte handboek over kruiden in West-Europa. Het is een werk van wereldfaam en grote wetenschappelijke waarde. De tekst was in handschrift al begin 1552 voltooid, toen Dodoens 35 jaar was. Meer dan 1000 inheemse planten werden hierin beschreven. (Herdruk in 1563 met 1401 planten). Dodoens was de eerste die afweek van een alfabetische opsomming en hij probeerde de planten in te delen in groepen. Maar voor Dodoens was plantkunde iets dat je in de levende natuur leert (studie in veld en tuinen).

 

Het Cruydtboek is geschreven in het Neerduytsch (toenmalig Nederlands). Atypisch voor die tijd, waarin wetenschappelijke werken bijna uitsluitend in het Latijn werden gepubliceerd. Dodoens begreep dat geleerdheid en geestesontwikkeling niet alleen het privilege mochten zijn van een select groepje burgers.

 

In opvolging van Dodoens willen de huidige vrijwilligers van de tuin iedereen terug meer in contact brengen met de kruiden en ze meer laten gebruiken. Ook zij zijn er van overtuigd dat je kennis en het gebruik van kruiden vooral al doende leert.